Vrijheid van vestiging

| Bummock

  • vrijheid van vestiging
  • Artikel 83: Vrijheid van vestiging, vrijheid van beweging

    In het kader van deze onderafdeling zijn beperkingen van de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat verboden. Dit verbod geldt ook voor beperkingen van de oprichting van agentschappen, bijkantoren of dochterondernemingen door onderdanen van een lidstaat die zich op het grondgebied van een lidstaat hebben gevestigd. De onderdanen van een lidstaat hebben, behoudens afdeling 4 betreffende kapitaal en betalingen, op het grondgebied van een andere lidstaat het recht van toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en het recht op de uitoefening daarvan, alsmede het recht ondernemingen, met name vennootschappen in de zin van artikel IIItweede alinea, op te richten en te beheren, onder de voorwaarden waarin de wetgeving van de lidstaat van vestiging voor de eigen onderdanen voorziet. In het kader van [deze afdeling] zijn beperkingen van de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat verboden.

    vrij verkeer van werknemers: Artikel Vrijheid van vestiging, vrijheid van beweging - . Het vrij verkeer van diensten is neergelegd in artikel 56 EU-Werkingsverdrag. Artikel 57 EU-Werkingsverdrag geeft de definitie van een dienst : er moet sprake zijn van 'dienstverrichtingen welke gewoonlijk tegen vergoeding geschieden'.

    Het EU-Werkingsverdrag voorziet in mogelijkheden voor zelfstandigen om op een tijdelijke of een permante basis hun beroep uit te kunnen oefenen in een andere lidstaat. Als de beroepsuitoefening in een andere lidstaat van tijdelijke aard is zijn de bepalingen van het vrij verkeer van diensten artikel 56 EU-Werkingsverdrag van toepassing. De uitoefening van een beroep in een andere lidstaat met een permanent karakter wordt mogelijk gemaakt door de vrijheid van vestiging artikel 49 EU-Werkingsverdrag zie het ECER-dossier over het begrip zelfstandige voor meer informatie over dit onderscheid. Een natuurlijk persoon - zelfstandige - heeft het recht om toegang te krijgen tot de werkzaamheden in de lidstaat van ontvangst. Eigen onderdanen en onderdanen van andere lidstaten moeten gelijk worden behandeld zie het ECER-dossier over de toegang tot werkzaamheden.

    Artikel III Vrijheid van vestiging -

    Artikel 83: Vrijheid van vestiging, vrijheid van beweging

    De vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting waarborgen de mobiliteit van bedrijven en beroepsbeoefenaren binnen de EU. De verwachtingen ten aanzien van de volledige tenuitvoerlegging van de dienstenrichtlijn zijn hoog gespannen, aangezien de volledige vrijheid van dienstverrichting van cruciaal belang is voor de voltooiing van de interne markt. Er blijven echter belemmeringen voor deze vrijheden bestaan en de COVIDpandemie heeft geheel nieuwe uitdagingen met zich meegebracht. In een resolutie van het Europees Parlement over het aanpakken van niet-tarifaire en niet-fiscale belemmeringen op de eengemaakte markt, die de plenaire vergadering in februari heeft aangenomen, wordt uiteengezet hoe het economisch herstel van COVID moet worden verwezenlijkt om de negatieve gevolgen voor de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverrichting zo doeltreffend mogelijk te beperken. Zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen en rechtspersonen in de zin van artikel 54 VWEU die rechtmatig werkzaam zijn in een lidstaat mogen: i in een andere lidstaat op duurzame wijze economische activiteiten uitoefenen vrijheid van vestiging: artikel 49 VWEU ; of ii op tijdelijke basis diensten aanbieden en verrichten in andere lidstaten terwijl zij in hun land van oorsprong blijven vrijheid van dienstverrichting: artikel 56 VWEU.

  • vrij verkeer van personen
  • Vestiging: inleiding en inhoudsopgave | Expertisecentrum Europees Recht