De of het plek

Lidwoorden in je scriptie: niet meer twijfelen over de of het

Aanwijzend voornaamwoord plek Dit of deze plek: Deze plek Dat of die plek: Die plek Bezittelijk voornaamwoorden plek Ons of onze plek: Onze plek Jou of jouw plek: Jouw plek Elk of elke plek: Elke plek. In de Nederlandse taal hebben we twee bepaalde lidwoorden: 'de' en 'het'. We gebruiken 'de' voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden, en 'het' voor onzijdige. Dit kan verwarrend zijn, want er zijn weinig vaste regels om te bepalen welke je moet gebruiken.

de of het plaat: De of het plek?

Wel of geen lidwoord - Grammatica voor NT2-docenten

Het Nederlands kent drie lidwoorden: de bepaalde lidwoorden de en het en het onbepaalde lidwoord een. In het meervoud is er geen onbepaald lidwoord. Het onbepaalde lidwoord een gebruik je als niet zeker is wie of wat je bedoelt, bijvoorbeeld omdat het om nieuwe informatie in de tekst of in het gesprek gaat. Het gaat dan om een algemene aanduiding.

de of het plek
  • Lidwoorden in je scriptie: niet meer twijfelen over de of het
  • de of het nummer
  • de of het gemenebest
  • de of het gebruik
  • de of het weer
Lidwoorden in je scriptie: niet meer twijfelen over de of het

Wil je weten of het de of het plek is? Klik hier!

Gepubliceerd op 12 maart door Lucy Vleeshouwers. Bijgewerkt op 26 januari door Julia Merkus. In het Nederlands bestaan alleen de lidwoorden de, het en een. Daar zijn een paar vaste regels voor.